Toen Plieger werkloos raakte, is hij vrijwilligerswerk gaan verrichten. “TNO heeft haar onderzoeksrichting verplaatst van de Maakindustrie naar de Kennisindustrie. Ik was actief voor de Maakindustrie. Dat betekende dat mijn functie stopte. Maar ik wilde per sé actief blijven, en heb gekozen voor het voorzitterschap van een tennisvereniging en voor de cliëntenraad. Door actief te blijven vergroot je bovendien de kansen om weer aan een betaalde baan te komen.”

In de eerste maanden is het Plieger vooral opgevallen dat de continuïteit een struikelblok is bij de cliëntenraden. “Dat heeft natuurlijk ook te maken met de vele wisselingen. Veel mensen zitten daar maar voor een bepaalde periode, vooral mensen in de WW hopen natuurlijk gewoon weer aan een betaalde baan te komen. Ik heb toen op me genomen om een meerjarenplan te maken samen met mijn nieuwe collega`s in de cliëntenraad, met een heldere visie op werk, haar taak en doelstelling.”

Plieger is vooral actief bij de commissie participatie. “We hebben ingezien dat we, als we iets willen bereiken, prioriteiten moeten kiezen en meer moeten focussen. We hebben gekozen voor de arbeidsparticipatie van wajongers en van 55-plussers. Wij hebben al invloed gehad op de klantvriendelijkheid van het participatieplan Wajong en gebrainstormd met deskundige werkcoaches voor het leren netwerken van 55-plussers, om de kansen van ouderen op de arbeidsmarkt te verhogen.”

De cliëntenraad Midden & Oost Brabant is het afgelopen halfjaar gegroeid, vindt Plieger. “We hebben veel contact met achterbanorganisaties, en die zijn de ogen en oren naar de klant. We doen daar ook echt wat mee. Als cliëntenraad kom je echt op voor het belang van de klanten van het UWV.”