Van der Mijden heeft gezien dat de raad een ontwikkeling heeft doorgemaakt. 'Twee jaar geleden was de raad vooral met zichzelf bezig. Er waren meningsverschillen en ruzies, en de klant kwam op de tweede plek. Het was daarom belangrijk om structuur te creëren. Daar zijn we in geslaagd. We werken nu echt voor de klant, samen met UWV. Er is ook richting UWV sprake van wederzijds vertrouwen en dat is belangrijk.'         

Met divisiemanagers om tafel
Dat heeft er volgens Van der Mijden toe geleid dat de raad direct contact heeft met divisiemanagers. 'We hebben ongeveer vier tot zes keer per jaar overleg met alle verschillende divisiemanagers in ons district. Daarbij staan we niet als strijdende partijen tegenover elkaar, maar werken juist samen. We gaan namelijk allebei voor hetzelfde doel. We willen de dienstverlening voor de cliënt verbeteren. Er is tussen ons een goede basis om dingen te bespreken.'

Beleid en uitvoering
Toch kunnen er ook nog veel dingen verbeterd worden, met name in de samenwerking tussen CC en districtsraden. 'De CC gaat over beleid en de districtsraden gaan over de uitvoering in de districten. Die scheiding is wel logisch, maar zo gescheiden ligt het vaak natuurlijk niet. Wanneer de betalingstermijn verschoven wordt, is dat een verandering van beleid, maar daar hebben districten wel degelijk mee te maken. Ik denk dat het goed zou zijn als er over dit soort onderwerpen meer overleg zou zijn tussen CC en districtsraden.'

Kennis vasthouden
De doorstroming in de cliëntenraad vindt Van der Mijden hoog. 'De continuïteit van de raden kan beter. Veel raden beginnen steeds weer opnieuw. De kennis die wordt opgebouwd moeten we vasthouden. Want in Utrecht hebben we nu een heel mooie relatie met UWV opgebouwd, die moeten we vasthouden. Want door samen te werken aan een betere uitvoering door UWV, kunnen we het imago van UWV verbeteren.'