“Ik had dit graag tot mijn pensioen gedaan”
Begin dit jaar zat Albert-Jan van Vliet kort in de cliëntenraad in Den Haag. Inmiddels is hij weer aan het werk, en moest dus uit de cliëntenraad. “Het is me vooral opgevallen hoe enthousiast de raadsleden zijn.”
Van Vliet was in de Haagse raad secretaris. “Ik had al wat ervaring in verschillende besturen als secretaris. Toen ik solliciteerde bleken voorzitter Casper van den Herik en adviseur Erol Ayan het wel in mij te zien zitten. Toen ben ik aangenomen. Ik ben gelijk aan de gang gegaan om alles te structureren, zodat er één mapje per vergadering is, dat ik dan naar iedereen toemailde. Een heel secuur systeem.”
Als secretaris was zijn eerste raadsvergadering ook gelijk zijn laatste. “Dat is wel gek. In de eerste vergadering ben ik geïnstalleerd, in de tweede vergadering was ik alweer uit de raad. Dat is het lastige van mensen die in de WW zitten. Ik werk zelf in de verpakkingsindustrie voor groente en fruit. In de winter is daar weinig te doen, en vanaf april heb ik weer een contract gekregen tot eind november. Zo ben je maar korte tijd werkzoekend, en heb je dus niet echt de tijd om de raad goed te leren kennen.”
Wat Van Vliet in de korte tijd dat hij raadslid was vooral leuk vond, was dat hij als secretaris overal bij betrokken was. “En ik werd ook overal bij betrokken. Ik kreeg veel mailtjes en zat al snel overal middenin. Over werkpleinen hadden we veel ideeën en die werden ook direct uitgewerkt. Iedereen is enthousiast, en ik had dit graag tot mijn pensioen gedaan als het betaald zou worden. Helaas is dat niet zo. Tegen de raden zou ik willen zeggen: Ga zo door!”
Als secretaris was zijn eerste raadsvergadering ook gelijk zijn laatste. “Dat is wel gek. In de eerste vergadering ben ik geïnstalleerd, in de tweede vergadering was ik alweer uit de raad. Dat is het lastige van mensen die in de WW zitten. Ik werk zelf in de verpakkingsindustrie voor groente en fruit. In de winter is daar weinig te doen, en vanaf april heb ik weer een contract gekregen tot eind november. Zo ben je maar korte tijd werkzoekend, en heb je dus niet echt de tijd om de raad goed te leren kennen.”
Wat Van Vliet in de korte tijd dat hij raadslid was vooral leuk vond, was dat hij als secretaris overal bij betrokken was. “En ik werd ook overal bij betrokken. Ik kreeg veel mailtjes en zat al snel overal middenin. Over werkpleinen hadden we veel ideeën en die werden ook direct uitgewerkt. Iedereen is enthousiast, en ik had dit graag tot mijn pensioen gedaan als het betaald zou worden. Helaas is dat niet zo. Tegen de raden zou ik willen zeggen: Ga zo door!”