Maatregelen modernisering Ziektewet
De modernisering van de Ziektewet moet leiden tot meer werkhervattingen en afname van de ZW-/ WIA-uitkeringslasten. Daarvoor worden maatregelen ingevoerd die zijn gericht op werkgevers, op vangnetters (zieke uitzendkrachten, zieke WW’ers en mensen van wie het arbeidscontract afloopt tijdens de ziekte) en op UWV.

Vangnetters
Na één jaar ziekte beoordeelt UWV of de klant algemeen geaccepteerde arbeid kan verrichten. Als de klant daarmee minimaal 65% van zijn maatman-inkomen kan verdienen, vervalt het recht op ziekengeld. Daarnaast worden de re-integratieverplichtingen aangescherpt. Verder wordt ook voor orgaandonoren en vrouwen die ziek zijn ten gevolge van zwangerschap de uitkeringshoogte 70% als zij geen werkgever hebben. Deze maatregelen gaan in voor vangnetters die op of na 1 januari 2013 ziek worden. De introductie van de arbeidsverledeneis, waarbij de hoogte van de uitkering afhankelijk wordt van het arbeidsverleden, is een jaar uitgesteld. In de tussentijd wordt binnen het ministerie onderzocht of er alternatieven ontwikkeld kunnen worden voor deze maatregel.

Werkgevers
Vanaf 2014 worden werkgevers meer verantwoordelijk gemaakt voor de re-integratie van tijdelijke werknemers. Daarvoor wordt premiedifferentiatie ingevoerd voor de Ziektewet en de WGA voor flexwerkers. Vanaf 2013 wordt de mogelijkheid van een proefplaatsing verruimd van 3 naar maximaal 6 maanden. Ook wordt de ex-werkgever meer betrokken bij de re-integratie.

Samenwerking UWV-uitzendbranche
UWV stelt op korte termijn samen met de uitzendbranche een convenant op waarin afspraken worden gemaakt om uitzendkrachten sneller naar werk te begeleiden. UWV stelt binnen een korte termijn vast of een zieke uitzendkracht weer passende arbeid kan verrichten. Als dat het geval is wordt de uitzendkracht overgedragen aan het uitzendbureau waar de vangnetter als laatste werkzaam was. Dit uitzendbureau doet vervolgens een passend werkaanbod.