Nieuw raadslid Tjeu Verberk: ‘Juist nu belangrijk onze stem te laten horen’
Tjeu Verberk is sinds september 2012 onafhankelijk lid van de Cliëntenraad Limburg. ‘Komend jaar is het oppassen met alle bezuinigingen die op ons af komen. Juist daarom is het belangrijk onze stem te laten horen’, zegt hij over zijn motivatie dit werk te doen.
Het nieuwe Cliëntenraadslid vindt het niet alleen belangrijk dat cliënten goed geholpen worden, maar dat zij daarvoor ook de gelegenheid krijgen. ‘Daarmee bedoel ik dat er niet continu op ze wordt ingepraat.’
Verberk (62) woont in Roermond en heeft een WAZ-uitkering. ‘Ik verplaats mij per rolstoel. Hierdoor is het moeilijk om aan het werk te komen, zeker als je mijn leeftijd in ogenschouw neemt.’
Mensen-mens
Naast zijn werk voor de cliëntenraad zet Verberk zich in voor de Bewonerscommissie. ‘Ik ben een echt mensen-mens. De samenwerking met andere cliëntenraadsleden bevalt mij prima. We zijn een gemotiveerd team dat zich inzet om mooie resultaten te bereiken. Op dit moment ben ik mij nog volop aan het inwerken. Het duurt toch wel een halfjaar voordat je als cliëntenraadslid de materie in de vingers hebt. Maar in januari ga ik naar een landelijk congres over de Wajong. Dat is een onderwerp dat mij na aan het hart ligt. Deze jongeren hebben veel capaciteiten in huis. En juist vanwege hun beperking willen ze zich graag bij werkgevers bewijzen. Ze zijn supergemotiveerd. Daarom draait het in het arbeidsproces. We moeten werkgevers daarvan overtuigen. Ik heb er veel zin in om mij op dit vraagstuk te oriënteren en daarna te bepalen wat mijn inbreng kan zijn.’
Verberk (62) woont in Roermond en heeft een WAZ-uitkering. ‘Ik verplaats mij per rolstoel. Hierdoor is het moeilijk om aan het werk te komen, zeker als je mijn leeftijd in ogenschouw neemt.’
Mensen-mens
Naast zijn werk voor de cliëntenraad zet Verberk zich in voor de Bewonerscommissie. ‘Ik ben een echt mensen-mens. De samenwerking met andere cliëntenraadsleden bevalt mij prima. We zijn een gemotiveerd team dat zich inzet om mooie resultaten te bereiken. Op dit moment ben ik mij nog volop aan het inwerken. Het duurt toch wel een halfjaar voordat je als cliëntenraadslid de materie in de vingers hebt. Maar in januari ga ik naar een landelijk congres over de Wajong. Dat is een onderwerp dat mij na aan het hart ligt. Deze jongeren hebben veel capaciteiten in huis. En juist vanwege hun beperking willen ze zich graag bij werkgevers bewijzen. Ze zijn supergemotiveerd. Daarom draait het in het arbeidsproces. We moeten werkgevers daarvan overtuigen. Ik heb er veel zin in om mij op dit vraagstuk te oriënteren en daarna te bepalen wat mijn inbreng kan zijn.’