De jaarlijkse enquêtes op de werkpleinen zijn bedoeld om een beter beeld te krijgen van wat er bij cliënten speelt. De verschillende cliëntenraden maken de enquêteformulieren zelf en delen die in overleg met het management op de Werkpleinen uit. In Gouda gaat dat anders en worden de formulieren door de medewerkers zelf uitgedeeld of liggen ze op de Werkpleinen ter inzage. Vicevoorzitter Gerard Wijsman van de cliëntenraad Den Haag/Leiden vindt dat erg jammer. ‘We hadden dat graag zelf gedaan, omdat we dan meteen in gesprek komen met onze achterban. Veel cliënten weten nog steeds niet wie we zijn of wat we doen. Een van de manieren om dat te veranderen is meer zichtbaarheid van de cliëntenraad op de werkpleinen, zoals ook op andere plaatsen in het land gebeurt. Maar dat ligt allemaal niet zo eenvoudig’, merkt hij in de praktijk. ‘Veel medewerkers van UWV hebben geen idee wat cliëntenraden zijn of doen. Dat hebben we wel gemerkt tijdens een presentatie in Leiden vorig jaar. Er is voor ons dus nog veel werk aan de winkel om onszelf bij zowel de cliënten als de medewerkers beter op de kaart te zetten!’
 
Deelname workshops
Om de zichtbaarheid te vergroten, probeert de cliëntenraad via verschillende kanalen met haar achterban in contact te komen. ‘Elk werkplein geeft jaarlijks zo’n zes verschillende workshops over zeer uiteenlopende onderwerpen als “werken met de werkmap’, “CV’s maken” of “een eigen bedrijf beginnen”. Wij proberen zo veel mogelijk aan die workshops deel te nemen, ons te presenteren en met cliënten te praten. De signalen die we daar opvangen, nemen we weer mee in het overleg met de districtsmanager. Dat gaat bijvoorbeeld over de hogere rekening voor het deskundigenoordeel, sinds januari vraagt UWV hiervoor honderd in plaats van vijftig euro. Hierdoor zien veel mensen met een lage uitkering noodgedwongen van een deskundigenoordeel af en dat maakt ze afhankelijker van het oordeel van hun werkgever.’
 
Anderen constateren problemen bij het aanmaken van een online CV of het vinden van passende functies als ze een lange functienaam intypen als medisch coassistent. ‘Ook andere signalen nemen we mee, zoals het feit dat er nauwelijks cliënten naar de inloopmiddag op de werkpleinen in Den Haag en Zoetermeer komen. In Tilburg trekt diezelfde inloopmiddag altijd een grote groep mensen. Hoe dat komt, weten we niet. Het kan zijn dat het inloopspreekuur te weinig bekend is bij de mensen. Wie bijvoorbeeld het informatienummer van het Werkplein belt, hoort daar niets over. Door dat te veranderen, trekt het spreekuur misschien meer mensen.’