José Lazeroms praat u bij via een weblog
José Lazeroms, lid van de Raad van Bestuur van UWV, praat u in onderstaande weblog bij over onder meer het al dan niet verstrekken van FML-lijsten en de ID-plicht voor begeleiders van UWV-cliënten. Lees de weblog hieronder.
Beste leden van de UWV-cliëntenraden,
Een beetje ongebruikelijk, maar het leek mij aardig om via deze weblog u bij te “praten” over een onderwerp dat vaak in cliëntenraden de afgelopen periode de revue heeft gepasseerd. Dan denkt u waarschijnlijk meteen: “dat gaat over e-dienstverlening of werk.nl”. Of over de toekomst van cliëntenparticipatie. Ook allemaal belangrijke onderwerpen die onze wederzijdse voortdurende aandacht hebben, maar dat is niet het onderwerp voor nu. Ik merk in mijn contacten met u, formeel via adviezen of overlegvergaderingen dan wel informeel met raadsleden die ik “toevalligerwijs” tegenkom dat de ID-plicht van begeleiders van UWV-cliënten een thema is waar onduidelijkheid over bestaat. Dat geldt evenzeer voor het verstrekken van FML-lijsten. Ik hoop met deze weblog helderheid te creëren voor u, en voor de mensen die u vertegenwoordigt.
Allereerst het al of niet verstrekken van FML-lijsten. Er leven bij u vragen over een uniforme uitvoering over het beschikbaar stellen van deze lijsten. Over de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) is afgesproken dat die altijd aan de cliënt wordt verstrekt als hij erom vraagt. Wanneer het gaat om een actuele beoordeling wordt de FML spontaan verstrekt, uiterlijk op het moment dat de beschikking (ook wel besluit genoemd) wordt afgegeven. De reden daarvan is dat de FML onderdeel is van de motivering van de beschikking. De FML kan ook eerder worden afgegeven, bijvoorbeeld na het verzekeringsgeneeskundig onderzoek en voordat het arbeidsdeskundig onderzoek plaatsvindt. Kantoren hebben een zekere vrijheid om het moment te kiezen waarop zij de cliënt informeren. Uitgangspunt is en blijft dat wanneer de cliënt dit wenst, hij de FML-lijsten altijd krijgt.
Dan nog de ID-plicht voor de begeleiders van UWV-cliënten. Klanten van het UWV die bij een verzekeringsarts of een arbeidsdeskundige op het spreekuur komen, nemen vaak iemand mee. Dit wordt ook aangeraden. Mensen voelen zich soms zekerder als zij een vertrouwd persoon bij zich hebben, het is met zijn tweeën ook makkelijker om de juiste vragen te stellen en te onthouden wat er besproken is. Niet voor niets staat in de wet dat iedereen het recht heeft om zich in zijn contacten met overheidsorganen door een ander te laten bijstaan. De begeleider kan de partner zijn, een hulpverlener, of een kennis. In het verleden maakte het voor het UWV niet uit wie er als begeleider bij een spreekuur aanwezig was, als hij zich maar fatsoenlijk gedroeg. Sinds vorig jaar vraagt het UWV echter niet alleen aan de klant, maar ook aan een begeleider die bij het spreekuur aanwezig wil zijn, om zich vooraf te legitimeren. Bij de receptiebalie wordt een kopie gemaakt van het legitimatiebewijs, die dan aan de spreekuurhouder wordt afgegeven. Verschillende cliëntenraden in het land hebben hier vragen over gesteld. Waarom vindt het UWV dit nodig, mag het eigenlijk wel, en wat gebeurt er met de kopie van het legitimatiebewijs van de begeleider?
In 2011 is er een fraudezaak aan het licht gekomen waarbij bleek dat begeleiders een actieve rol hadden gespeeld bij het misleiden van verzekeringsartsen. Door een gebrek aan gegevens kostte het veel tijd om deze zaak tot de bodem uit te zoeken. Om herhaling te voorkomen is daarom besloten om voortaan ook over begeleiders enkele gegevens te gaan vastleggen. Gekozen is voor het gemakkelijkste en meeste betrouwbare gegeven, het burgerservicenummer (BSN). Na het spreekuur wordt het burgerservicenummer van de begeleider geregistreerd in een afzonderlijk, afgeschermd systeem. Blijkt later dat er tegen een bepaald persoon ernstige verdenkingen bestaan, dan kan via dit systeem worden nagegaan bij welke uitkeringsbeslissingen deze persoon betrokken is geweest.
Het tegengaan van fraude is een belangrijk beleidsdoel, een betrekkelijk kleine inbreuk op de privacy van begeleiders is voor dat doel gerechtvaardigd. Als overheidsorgaan mag het UWV begeleiders om een legitimatie vragen en gebruik maken van het BSN om hen te registreren. Wat het UWV niet mag, is kopieën bewaren van legitimatiebewijzen van personen die geen uitkering hebben aangevraagd. De kopie van het legitimatiebewijs van de begeleider wordt daarom na de registratie van het BSN meteen vernietigd. Sommige begeleiders zijn hier niet helemaal gerust op. Zij willen van hun legitimatiebewijs wel een kopie laten maken, maar zij willen die kopie niet bij het UWV achterlaten. Om hieraan tegemoet te komen, zal de werkwijze worden aangepast. Als de begeleider de kopie terug wil hebben, dan wordt die teruggegeven nadat het BSN is genoteerd. De aangepaste werkwijze wordt vanaf september 2013 op alle kantoren doorgevoerd.
Dan nog de andere, ook zeer interessante onderwerpen. De komende maanden bezoek ik wederom alle cliëntenraden in de districten. Het gesprek met het district Groot-Amsterdam heb ik inmiddels gehad. Ik kijk uit naar deze ontmoetingen en ga graag met u in gesprek over deze dan wel andere onderwerpen die u en mij bezighouden. Gezien de gesprekken vorig jaar zijn mijn verwachtingen hooggespannen. Tot binnenkort!
Een beetje ongebruikelijk, maar het leek mij aardig om via deze weblog u bij te “praten” over een onderwerp dat vaak in cliëntenraden de afgelopen periode de revue heeft gepasseerd. Dan denkt u waarschijnlijk meteen: “dat gaat over e-dienstverlening of werk.nl”. Of over de toekomst van cliëntenparticipatie. Ook allemaal belangrijke onderwerpen die onze wederzijdse voortdurende aandacht hebben, maar dat is niet het onderwerp voor nu. Ik merk in mijn contacten met u, formeel via adviezen of overlegvergaderingen dan wel informeel met raadsleden die ik “toevalligerwijs” tegenkom dat de ID-plicht van begeleiders van UWV-cliënten een thema is waar onduidelijkheid over bestaat. Dat geldt evenzeer voor het verstrekken van FML-lijsten. Ik hoop met deze weblog helderheid te creëren voor u, en voor de mensen die u vertegenwoordigt.
Allereerst het al of niet verstrekken van FML-lijsten. Er leven bij u vragen over een uniforme uitvoering over het beschikbaar stellen van deze lijsten. Over de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) is afgesproken dat die altijd aan de cliënt wordt verstrekt als hij erom vraagt. Wanneer het gaat om een actuele beoordeling wordt de FML spontaan verstrekt, uiterlijk op het moment dat de beschikking (ook wel besluit genoemd) wordt afgegeven. De reden daarvan is dat de FML onderdeel is van de motivering van de beschikking. De FML kan ook eerder worden afgegeven, bijvoorbeeld na het verzekeringsgeneeskundig onderzoek en voordat het arbeidsdeskundig onderzoek plaatsvindt. Kantoren hebben een zekere vrijheid om het moment te kiezen waarop zij de cliënt informeren. Uitgangspunt is en blijft dat wanneer de cliënt dit wenst, hij de FML-lijsten altijd krijgt.
Dan nog de ID-plicht voor de begeleiders van UWV-cliënten. Klanten van het UWV die bij een verzekeringsarts of een arbeidsdeskundige op het spreekuur komen, nemen vaak iemand mee. Dit wordt ook aangeraden. Mensen voelen zich soms zekerder als zij een vertrouwd persoon bij zich hebben, het is met zijn tweeën ook makkelijker om de juiste vragen te stellen en te onthouden wat er besproken is. Niet voor niets staat in de wet dat iedereen het recht heeft om zich in zijn contacten met overheidsorganen door een ander te laten bijstaan. De begeleider kan de partner zijn, een hulpverlener, of een kennis. In het verleden maakte het voor het UWV niet uit wie er als begeleider bij een spreekuur aanwezig was, als hij zich maar fatsoenlijk gedroeg. Sinds vorig jaar vraagt het UWV echter niet alleen aan de klant, maar ook aan een begeleider die bij het spreekuur aanwezig wil zijn, om zich vooraf te legitimeren. Bij de receptiebalie wordt een kopie gemaakt van het legitimatiebewijs, die dan aan de spreekuurhouder wordt afgegeven. Verschillende cliëntenraden in het land hebben hier vragen over gesteld. Waarom vindt het UWV dit nodig, mag het eigenlijk wel, en wat gebeurt er met de kopie van het legitimatiebewijs van de begeleider?
In 2011 is er een fraudezaak aan het licht gekomen waarbij bleek dat begeleiders een actieve rol hadden gespeeld bij het misleiden van verzekeringsartsen. Door een gebrek aan gegevens kostte het veel tijd om deze zaak tot de bodem uit te zoeken. Om herhaling te voorkomen is daarom besloten om voortaan ook over begeleiders enkele gegevens te gaan vastleggen. Gekozen is voor het gemakkelijkste en meeste betrouwbare gegeven, het burgerservicenummer (BSN). Na het spreekuur wordt het burgerservicenummer van de begeleider geregistreerd in een afzonderlijk, afgeschermd systeem. Blijkt later dat er tegen een bepaald persoon ernstige verdenkingen bestaan, dan kan via dit systeem worden nagegaan bij welke uitkeringsbeslissingen deze persoon betrokken is geweest.
Het tegengaan van fraude is een belangrijk beleidsdoel, een betrekkelijk kleine inbreuk op de privacy van begeleiders is voor dat doel gerechtvaardigd. Als overheidsorgaan mag het UWV begeleiders om een legitimatie vragen en gebruik maken van het BSN om hen te registreren. Wat het UWV niet mag, is kopieën bewaren van legitimatiebewijzen van personen die geen uitkering hebben aangevraagd. De kopie van het legitimatiebewijs van de begeleider wordt daarom na de registratie van het BSN meteen vernietigd. Sommige begeleiders zijn hier niet helemaal gerust op. Zij willen van hun legitimatiebewijs wel een kopie laten maken, maar zij willen die kopie niet bij het UWV achterlaten. Om hieraan tegemoet te komen, zal de werkwijze worden aangepast. Als de begeleider de kopie terug wil hebben, dan wordt die teruggegeven nadat het BSN is genoteerd. De aangepaste werkwijze wordt vanaf september 2013 op alle kantoren doorgevoerd.
Dan nog de andere, ook zeer interessante onderwerpen. De komende maanden bezoek ik wederom alle cliëntenraden in de districten. Het gesprek met het district Groot-Amsterdam heb ik inmiddels gehad. Ik kijk uit naar deze ontmoetingen en ga graag met u in gesprek over deze dan wel andere onderwerpen die u en mij bezighouden. Gezien de gesprekken vorig jaar zijn mijn verwachtingen hooggespannen. Tot binnenkort!