Voorzitters pleiten voor landelijk overleg
Donny Brandon en Wim Verhaak hebben een aantal dingen gemeen. Beiden zijn voorzitter van een decentrale cliëntenraad, Donny van Den Haag & Leiden en Wim van Utrecht & Flevoland. Allebei zijn ze 63 jaar en in de raad gekozen als onafhankelijk lid. Ze hebben bestuurservaring en… ze zijn voorstander van een gezamenlijk voorzittersoverleg. Overleggen doen ze al samen, maar dat zien ze nu ook graag landelijk gebeuren. ‘Kennisdelen is heel belangrijk. Zo houd je elkaar op de hoogte van wat er regionaal speelt, en kun je een belangrijke schakel vormen in het verbeteren van de gehele dienstverlening van UWV’, aldus de voorzitters.
Donny Brandon kwam een jaar geleden nieuw in de raad en werd al snel vanwege haar bestuurlijke ervaring gevraagd om voorzitter te worden. ‘Ik zit al vanaf de middelbare school in allerlei besturen. Kennelijk is het iets wat ik leuk vind en wat mij ligt. Ik vind het belangrijk om kennis over te dragen en pleit ervoor dat we dat dus ook landelijk gaan doen. Natuurlijk, er is een intranet waar we al kennis delen, maar daarnaast zit er bij iedereen ook veel kennis in het hoofd. Waarom delen we die niet? Behalve de inhoudelijke kennis over wat er regionaal en landelijk speelt, is ook het delen van ervaringen belangrijk: als voorzitter heb je een voorwaarde scheppende rol in het proces. Door regelmatig met elkaar te overleggen, leer je elkaar beter kennen en weet je wat er speelt. Dat maakt het ook gemakkelijker om elkaar te bellen of te mailen. Op die manier kun je beter samenwerken in plaats van allemaal opnieuw het wiel uitvinden. Vroeger was er ook een voorzittersoverleg, maar dat is op een gegeven moment opgehouden. Waarom, weet ik niet. Daarom pleit ik ervoor weer eens samen te komen en te kijken hoe het loopt. Wat vinden de andere voorzitters? Wat de raadsleden? Er moet natuurlijk wel een meerwaarde zijn voor alle leden (en uiteindelijk natuurlijk voor de cliënt), anders kunnen we er beter niet aan beginnen.’
Slagvaardig werken
Wim Verhaak werd in oktober voorzitter van de Cliëntenraad Utrecht & Flevoland, waar hij sinds maart 2013 lid van is. Hij heeft jarenlang ervaring met Ondernemingsraden en was onder andere bestuurs -/werknemersvoorzitter van het Pensioenfonds van Interpolis. Ook hij is voorstander van een landelijk overleg. ‘Het levert volgens mij een win-winsituatie opleveren voor alle partijen’, vindt hij. ‘Je kunt het in zo’n overleg hebben over gezamenlijke belangen, opleidingen en bijvoorbeeld een verschil van inzicht met de Centrale Cliëntenraad delen, in plaats van dat via via te bespreken. Zo’n overleg is vooral in het belang van de klant. We krijgen zo zicht op welke specialisten in welke cliëntenraden zitten, waardoor we als raad veel slagvaardiger voor de cliënten bezig kunnen zijn. Door deskundige mensen uit raden samen te laten werken aan een onderwerp, hoeft niet iedere raad opnieuw het wiel uit te vinden. Je kunt hierdoor voor elk actueel onderwerp een ad hoc werkgroep creëren met specialisten, of de commissies meer laten samenwerken. Hier in Utrecht & Flevoland zijn twee specialisten op het gebied van Sociale Verzekeringen lid van de cliëntenraad. In andere raden zitten wellicht weer mensen met heel veel expertise op andere onderwerpen.’
Participatiewet
‘Samenwerken kan ook op ander vlak. Zo hebben wij met onze districtsraad Utrecht & Flevoland een overlegstructuur met de gemeente Utrecht en omliggende gemeenten en cliëntenraden in het kader van de Participatiewet. Dit is belangrijk om voor een goede overdracht van cliënten naar de gemeenten te zorgen. Die samenwerking gaat al zover dat wij als cliëntenraad zelfs de bereikbaarheid en inrichting van de UWV-afdeling in het nieuwe gemeentekantoor van Utrecht mogen beoordelen. Ik denk dat dit soort samenwerkingsvormen in de toekomst alleen maar toeneemt. Als we de kwaliteit op alle niveaus en in alle raden zo goed mogelijk gebruiken, besparen we uiteindelijk veel tijd en energie.’
Draagvlak belangrijk
Het voorstel voor een landelijk voorzittersoverleg ligt nu op tafel en zal ook 22 mei tijdens de landelijke Cliëntenraadsdag worden besproken. ‘Daarna kan het wat mij betreft snel gaan’, vindt Wim. Donny is het met hem eens. ‘Wim en ik overleggen nu sinds een half jaar ook samen. Hierdoor weten we van elkaar waar we staan en kunnen we onze ervaring en manier van aanpakken delen. Bovendien stimuleren we kennisuitwisseling tussen de commissies zelf. Beter goed gejat, dan slecht bedacht niet waar? Ook willen we kennis bundelen over de Participatiewet. Maar nogmaals, wij vinden het een goed idee en horen graag of er ook draagvlak voor is bij de anderen. Als er te weinig draagvlak is, doen we het uiteraard niet.’
Slagvaardig werken
Wim Verhaak werd in oktober voorzitter van de Cliëntenraad Utrecht & Flevoland, waar hij sinds maart 2013 lid van is. Hij heeft jarenlang ervaring met Ondernemingsraden en was onder andere bestuurs -/werknemersvoorzitter van het Pensioenfonds van Interpolis. Ook hij is voorstander van een landelijk overleg. ‘Het levert volgens mij een win-winsituatie opleveren voor alle partijen’, vindt hij. ‘Je kunt het in zo’n overleg hebben over gezamenlijke belangen, opleidingen en bijvoorbeeld een verschil van inzicht met de Centrale Cliëntenraad delen, in plaats van dat via via te bespreken. Zo’n overleg is vooral in het belang van de klant. We krijgen zo zicht op welke specialisten in welke cliëntenraden zitten, waardoor we als raad veel slagvaardiger voor de cliënten bezig kunnen zijn. Door deskundige mensen uit raden samen te laten werken aan een onderwerp, hoeft niet iedere raad opnieuw het wiel uit te vinden. Je kunt hierdoor voor elk actueel onderwerp een ad hoc werkgroep creëren met specialisten, of de commissies meer laten samenwerken. Hier in Utrecht & Flevoland zijn twee specialisten op het gebied van Sociale Verzekeringen lid van de cliëntenraad. In andere raden zitten wellicht weer mensen met heel veel expertise op andere onderwerpen.’
Participatiewet
‘Samenwerken kan ook op ander vlak. Zo hebben wij met onze districtsraad Utrecht & Flevoland een overlegstructuur met de gemeente Utrecht en omliggende gemeenten en cliëntenraden in het kader van de Participatiewet. Dit is belangrijk om voor een goede overdracht van cliënten naar de gemeenten te zorgen. Die samenwerking gaat al zover dat wij als cliëntenraad zelfs de bereikbaarheid en inrichting van de UWV-afdeling in het nieuwe gemeentekantoor van Utrecht mogen beoordelen. Ik denk dat dit soort samenwerkingsvormen in de toekomst alleen maar toeneemt. Als we de kwaliteit op alle niveaus en in alle raden zo goed mogelijk gebruiken, besparen we uiteindelijk veel tijd en energie.’
Draagvlak belangrijk
Het voorstel voor een landelijk voorzittersoverleg ligt nu op tafel en zal ook 22 mei tijdens de landelijke Cliëntenraadsdag worden besproken. ‘Daarna kan het wat mij betreft snel gaan’, vindt Wim. Donny is het met hem eens. ‘Wim en ik overleggen nu sinds een half jaar ook samen. Hierdoor weten we van elkaar waar we staan en kunnen we onze ervaring en manier van aanpakken delen. Bovendien stimuleren we kennisuitwisseling tussen de commissies zelf. Beter goed gejat, dan slecht bedacht niet waar? Ook willen we kennis bundelen over de Participatiewet. Maar nogmaals, wij vinden het een goed idee en horen graag of er ook draagvlak voor is bij de anderen. Als er te weinig draagvlak is, doen we het uiteraard niet.’