Secretaris met voeten in de klei
Hij was drie jaar lid van de cliëntenraad Noord en 2,5 jaar secretaris. Per 1 maart nam hij afscheid om opnieuw met zijn voeten in de klei te gaan staan: die van zijn biologische groentetuin wel te verstaan. Want daar kan Jan Gankema (67) heel veel uren in doorbrengen. ‘Heerlijk zo’n vers kropje sla of bonen van eigen bodem.’ Een terugblik op een leuke, maar ook gevoelige cliëntenraadsperiode.
‘Eigenlijk was ik al te oud om aan het cliëntenraadswerk te beginnen’, vertelt Jan met een brede grijns op zijn gezicht als hij met ons teruggaat naar het prille begin. ‘Ik had nog een jaar te gaan voor mijn pensionering, maar wilde niettemin toch graag dit werk doen. Kijk, ik vind dat ik mensen moet helpen die niet hun eigen weg kunnen vinden. Dat zit nu eenmaal in mijn bloed en heb ik altijd willen doen. Ik had voor die tijd gelukkig nooit met UWV van doen gehad. Maar nu kreeg ik door mij als werkzoekende te laten inschrijven, toch nog de kans om een paar jaar mee te draaien. En spijt heb ik daar zeker niet van gehad. Het was een hele leuke tijd waarin we veel hebben kunnen bereiken.’
Betere communicatie
Jan wijst op de communicatiebijeenkomst met Pim Prins. ‘Wij hadden in Noord het gevoel dat er op het gebied van communicatie tussen de raden onderling wel wat verbeterd kon worden en hebben dat toen aangekaart. Later zijn daar de bijeenkomsten gekomen met Pim Prins. Je ziet nu dat er een enorme verbeterslag is gemaakt. Er komen ook steeds meer samenwerkingsverbanden tot stand, onder meer hier in het Noorden tussen de districtsraden Noord, Gelderland Midden & Zuid en Overijssel & Gelderland-Noord. Ik heb begrepen dat die er nu ook bij andere districtsraden zijn. En het contact met de Centrale Cliëntenraad en de districtsraden is ook veel beter. We merken nu dat we, als we efficiënter met elkaar en met de zaken die we moeten behandelen omgaan, we veel meer dingen voor elkaar krijgen voor de cliënt. Ook komt er voor de cliënt een veel eenduidiger beleid. Goede zaak dus die samenwerkingsverbanden.’
Goede samenwerking
Ook de samenwerking in Noord gaat goed, vindt Jan. ‘Ik heb hier prima samengewerkt met de duovoorzitters en onze adviseur Eko Steen, die ons altijd goed op weg helpt met tips en het leggen van contacten binnen UWV. Er is een korte tijd een vervelende periode binnen de raad geweest met ons duovoorzitterschap, maar ook daar zijn we gelukkig goed uitgekomen. En verder heb ik vooral hele leuke dingen meegemaakt en goed kunnen samenwerken met alle leden. Ik zal ze zeker missen. Stilzitten kan ik niet. Naast mijn biologische groentetuin houd ik me ook nu nog steeds bezig met het helpen van mensen. Zo werk ik voor de ledenservice van FNV, waarbij ik mensen die vragen hebben over ontslagkwesties kan helpen. Daar heb ik inmiddels ook een opleiding voor gevolgd. Tja, mensen helpen doe ik al vanaf heel jonge leeftijd. Dat zit mij nu eenmaal in het bloed.’
Betere communicatie
Jan wijst op de communicatiebijeenkomst met Pim Prins. ‘Wij hadden in Noord het gevoel dat er op het gebied van communicatie tussen de raden onderling wel wat verbeterd kon worden en hebben dat toen aangekaart. Later zijn daar de bijeenkomsten gekomen met Pim Prins. Je ziet nu dat er een enorme verbeterslag is gemaakt. Er komen ook steeds meer samenwerkingsverbanden tot stand, onder meer hier in het Noorden tussen de districtsraden Noord, Gelderland Midden & Zuid en Overijssel & Gelderland-Noord. Ik heb begrepen dat die er nu ook bij andere districtsraden zijn. En het contact met de Centrale Cliëntenraad en de districtsraden is ook veel beter. We merken nu dat we, als we efficiënter met elkaar en met de zaken die we moeten behandelen omgaan, we veel meer dingen voor elkaar krijgen voor de cliënt. Ook komt er voor de cliënt een veel eenduidiger beleid. Goede zaak dus die samenwerkingsverbanden.’
Goede samenwerking
Ook de samenwerking in Noord gaat goed, vindt Jan. ‘Ik heb hier prima samengewerkt met de duovoorzitters en onze adviseur Eko Steen, die ons altijd goed op weg helpt met tips en het leggen van contacten binnen UWV. Er is een korte tijd een vervelende periode binnen de raad geweest met ons duovoorzitterschap, maar ook daar zijn we gelukkig goed uitgekomen. En verder heb ik vooral hele leuke dingen meegemaakt en goed kunnen samenwerken met alle leden. Ik zal ze zeker missen. Stilzitten kan ik niet. Naast mijn biologische groentetuin houd ik me ook nu nog steeds bezig met het helpen van mensen. Zo werk ik voor de ledenservice van FNV, waarbij ik mensen die vragen hebben over ontslagkwesties kan helpen. Daar heb ik inmiddels ook een opleiding voor gevolgd. Tja, mensen helpen doe ik al vanaf heel jonge leeftijd. Dat zit mij nu eenmaal in het bloed.’