“Raadsleden zijn samen verantwoordelijk voor hun functioneren”
Hans van Diermen werd in oktober 2010 lid van de cliëntenraad Utrecht/Flevoland en is sinds kort voorzitter. Van Diermen zet zich in voor zelfmanagement van zijn raad: “We zijn naar de raad als organisatie gaan kijken. Het is belangrijk om met inhoud bezig te zijn maar dat kun je pas goed doen als de organisatie op orde is”
Van Diermen: “Wat mij opviel toen ik in de Raad kwam was dat voor veel raadsleden de structuur van de organisatie niet duidelijk was. Het is goed om als raadslid te weten wat er van je verwacht wordt en wie je daarvoor kunt benaderen. Het is belangrijk om duidelijk voor ogen te hebben dat raadsleden zélf verantwoordelijk zijn voor hun eigen raad, dus niet de adviseurs, UWV of de centrale raad. Raadsleden mogen elkaar ook aanspreken als dat niet goed gaat. Het moet duidelijk zijn wie waarvoor verantwoordelijk is en wat er van iedereen verwacht wordt. Elkaar goed leren kennen, zaken onderling uitspreken en elkaar respecteren leidt tot daadkracht. Vanuit deze basis kan een raad goed functioneren, daar ben ik van overtuigd.”
Iedereen betrokken
“Wat ook belangrijk is voor de zelfredzaamheid van een raad is betrokkenheid van alle raadsleden, vindt Van Diermen. “Je ziet vaak dat een select groepje het voortouw neemt, ook omdat sommige raadsleden al meer weten dan anderen. Alle leden van de raad moeten eigen taken en verantwoordelijkheden krijgen en moeten goed opgeleid worden door de mensen die de kennis al in huis hebben.”
Raad ook betrekken bij de selectie van nieuwe leden
“We proberen als raad ook invloed uit te oefenen op de selectie van raadsleden. Er is een aantal achterbanorganisaties, zoals FNV en CNV, die formeel de selectie van een aantal raadsleden op zich neemt. Als je het functioneren van de raad wilt optimaliseren dan wil je het liefst raadsleden met bepaalde capaciteiten en ervaring toegewezen krijgen. Indien er in de raad ruimte is voor een nieuwe voorzitter dan zou het goed zijn als hier rekening mee gehouden wordt tijdens het selectieproces,”aldus Van Diermen.
Netwerken is waardevol
Van Diermen over zelfmanagement in andere raden: “Ik heb nog weinig contact met voorzitters van andere raden gehad maar ik heb begrepen dat raden afzonderlijk van elkaar te werk gaan. Mij lijkt het juist goed om meer contact te zoeken en van elkaar te leren. We hebben vaak meer met elkaar te maken dan gedacht wordt, bovendien kun je samen beter en sneller werken dan alleen. Wij proberen als raad dan ook veel te netwerken om deze boodschap uit te dragen.”
Tot slot: “Ik weet natuurlijk ook niet alles, maar ik probeer wel steeds de aanknopingspunten te vinden om tot daadkracht te komen. Een positieve instelling is daarbij denk ik ontzettend belangrijk en als het via de ene ingang niet lukt probeer het dan via een andere ingang,” aldus Van Diermen.
Iedereen betrokken
“Wat ook belangrijk is voor de zelfredzaamheid van een raad is betrokkenheid van alle raadsleden, vindt Van Diermen. “Je ziet vaak dat een select groepje het voortouw neemt, ook omdat sommige raadsleden al meer weten dan anderen. Alle leden van de raad moeten eigen taken en verantwoordelijkheden krijgen en moeten goed opgeleid worden door de mensen die de kennis al in huis hebben.”
Raad ook betrekken bij de selectie van nieuwe leden
“We proberen als raad ook invloed uit te oefenen op de selectie van raadsleden. Er is een aantal achterbanorganisaties, zoals FNV en CNV, die formeel de selectie van een aantal raadsleden op zich neemt. Als je het functioneren van de raad wilt optimaliseren dan wil je het liefst raadsleden met bepaalde capaciteiten en ervaring toegewezen krijgen. Indien er in de raad ruimte is voor een nieuwe voorzitter dan zou het goed zijn als hier rekening mee gehouden wordt tijdens het selectieproces,”aldus Van Diermen.
Netwerken is waardevol
Van Diermen over zelfmanagement in andere raden: “Ik heb nog weinig contact met voorzitters van andere raden gehad maar ik heb begrepen dat raden afzonderlijk van elkaar te werk gaan. Mij lijkt het juist goed om meer contact te zoeken en van elkaar te leren. We hebben vaak meer met elkaar te maken dan gedacht wordt, bovendien kun je samen beter en sneller werken dan alleen. Wij proberen als raad dan ook veel te netwerken om deze boodschap uit te dragen.”
Tot slot: “Ik weet natuurlijk ook niet alles, maar ik probeer wel steeds de aanknopingspunten te vinden om tot daadkracht te komen. Een positieve instelling is daarbij denk ik ontzettend belangrijk en als het via de ene ingang niet lukt probeer het dan via een andere ingang,” aldus Van Diermen.
