Raadslid

Van tekentafel naar uitvoering kan sneller in Midden- & Oost-Brabant

27 augustus 2020
  • Cliëntenparticipatie
  • Sociaal Medische Zaken
Van tekentafel naar uitvoering kan sneller in Midden- & Oost-Brabant

Ans Lokhoff-Tiebosch en Dick Tolsma blikken terug op het afgelopen jaar van de cliëntenraad van Midden- en Oost-Brabant. Een jaar vol ideeën, maar waar helaas weinig concrete bouwplannen uit voortkwamen, terwijl er nog veel te verbeteren valt.

Sinds 2017 legt Ans als raadslid in de cliëntenraad van Midden- en Oost-Brabant, de koppeling tussen UWV en cliënt. Door haar jarenlange ervaring als boekhouder, HR-medewerker en kaderlid van FNV weet ze wat er onder de mensen leeft. ‘Vanuit de vakbond hoor ik van veel verschillende mensen hun verhaal. Die verhalen vertaal ik door naar de regels en wetten van UWV. Zo probeer ik aan de mensen uit te leggen welke gevolgen de wet- en regelgeving heeft op hun situatie. Daarnaast probeer ik aan UWV duidelijk te maken dat er beleidsvrijheid is in deze wet- en regelgeving.’ Zo probeert Ans binnen UWV een stem te zijn voor de mensen aan de onderkant van de samenleving.  

Al lukte het haar binnen de raad het afgelopen jaar niet om concrete voorstellen in uitvoering te brengen, legt Ans uit. ‘Uit onze ideeën kwamen geen concrete acties voort. Het duurt lang voordat ik reacties op voorstellen krijg of voordat ik iets hoor van onze manager binnen UWV,’ aldus Ans. ‘Zo is het bijvoorbeeld al heel lastig om een bijeenkomst voor 50-plussers, georganiseerd door UWV, bij te wonen om te zien hoe dat wordt aangepakt. Daar krijgen we veel te laat data voor door.’ ‘Terwijl we de dienstverlening graag willen verbeteren. Dat stroperige verloop maakt dit voor ons lastig,’ aldus Dick. 

Wat kan nog wel? 
Ans probeert onder andere een stem te zijn voor mensen met een arbeidsbeperking. Zo kan de manier waarop mensen met een arbeidsbeperking worden beoordeeld voor beschut werk, of een beschermde werkomgeving, volgens haar beter. ‘Het vaststellen van hun arbeidscapaciteit is voor zo iemand enorm confronterend. UWV zegt dan bijvoorbeeld dat iemand voor 60 procent werkcapaciteit heeft en voor 40 procent niet volwaardig is. Zo wordt dat gebracht. Dat kan anders, door te focussen op wat iemand nog wél kan.’ Dit kan al door een andere tone of voice aan te nemen, benadrukt Ans. ‘UWV kan ook zeggen: "We gaan iets vinden wat bij uw capaciteit aansluit." Veel werkgevers zijn bereid daarin ook mee te denken en het is belangrijk hen ook mee te nemen in die zoektocht naar een volwaardig bestaan.’

‘Waarom denk je dat UWV op die manier met mensen met een arbeidsbeperking omgaat?’ vraagt Dick zich af. Ans denkt dat de werkdruk binnen UWV een rol speelt. Zo zijn er genoeg medewerkers binnen de organisatie die jarenlange ervaring hebben met mensen met een arbeidsbeperking, maar die worden nu op de fraudekwestie met arbeidsmigranten gezet. ‘Daarom heeft UWV moeite met het verlenen van de juiste dienstverlening aan mensen met een arbeidsbeperking. Er zijn wel andere, externe organisaties die hierbij kunnen helpen, die zouden we moeten uitnodigen. Zij kunnen ons vertellen hoe zij bijvoorbeeld mensen met niet-aangeboren hersenletsel aan werk helpen.’

Bekend riedeltje 
Eerder dit jaar was Ans aanwezig op een open dag voor 50-plussers die op zoek zijn naar een baan, georganiseerd door UWV en Weener XL, het werk-ontwikkelbedrijf van ‘s-Hertogenbosch. Hier konden deelnemers een workshop met een VR-bril volgen, waarbij je kon ervaren hoe het is om in een magazijn te werken. Een leuke ervaring, al vroeg Ans zich wel af hoe dit hen aan een baan helpt. ‘Daar zaten mensen van boven de vijftig, de een met een arbeidsbeperking, de ander met een zorgachtergrond. Hen pak je niet met zo’n VR-bril.’ ‘Het is een bekend riedeltje van “u zit zonder werk, dat is jammer voor u en dit en dat kunt u doen”’, vult Dick aan. ‘Er wordt niet met de cliënt meegedacht.’ Ans heeft haar feedback doorgegeven aan Weener XL, al verwacht ze niet dat daar iets mee gedaan wordt.  

Jammer, vindt Ans, omdat ze bij andere cliëntenraden ziet dat er wel iets met hun inbreng wordt gedaan. ‘In ’s-Hertogenbosch komt er niks van de grond.’ Volgens Dick ligt de gouden tip bij het beter onder de aandacht brengen van de cliëntenraad binnen de arbeidsmarktregio’s. ‘UWV kan bijvoorbeeld de succesvolle ervaringen van andere cliëntenraden gebruiken om zo het belang van de cliëntenraden zowel binnen als buiten UWV beter voor het voetlicht te brengen.’

Dick noemt als voorbeeld de cliëntenraad in Limburg die, op basis van resultaten uit afgenomen klantgerichte enquêtes, concrete aanbevelingen deed aan de managers van UWV. Ans vervolgt dat de raad Midden- en Oost-Brabant zich daarnaast wat pittiger mag opstellen richting de manager. En dat de managers van de verschillende raden eens met elkaar moeten gaan praten. ‘Waarom loopt het daar wel en hier niet? Daar kunnen we wat van opsteken.’ Plannen die het komende jaar – hopelijk – werk in uitvoering worden.